Het huwelijk, dood of springlevend? De observaties van Guggenbühl – Craig, Jungiaans filosoof.
Het sprookje begon met de heilige familie uit het nieuwe Testament. Dit gezin is een en al eendracht en harmonie en alle reclamespots op t.v. borduren hier dankbaar op voort. Daar gaat het gelukkige paar over de met bloemen bezaaide weide terwijl het kind uitgelaten ravot met het jonge hondje. Het huwelijk wordt bijna automatisch verbonden met het woord ‘gelukkig’. Sterker nog, het lijkt alsof zelfs nu nog deze twee begrippen bijna onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn- en dan zien we het huwelijk misschien in een wat moderne en bredere zin als een langdurige relatie waarbij twee mensen bij elkaar wonen en het leven met elkaar delen als partners.
Is een ‘goed’ huwelijk een gelukkig huwelijk? Het goddelijke huwelijk van de oude Grieken was van een heel andere orde. Er werd vreemdgegaan, incest gepleegd, gemoord en geruzied.
In de jaren zeventig laat Ingmar Bergman in zijn film ‘scenes uit een huwelijk ‘ zien dat er binnen een huwelijk geen werkelijke menselijke relatie kan bestaan, de twee hoofdpersonen kunnen het pas na de scheiding echt goed met elkaar vinden.
Guggenbühl schrijft er in 1980 het volgende over:
‘Wie het instituut van het huwelijk en het gezin volledig onbevooroordeeld beschouwt, krijgt het volgende beeld voorgeschoteld: Als men met groot psychologisch vernuft een sociale instelling moest bedenken die pertinent niet zou functioneren en voor de betrokkenen een bezoeking zouden worden, dan zou het resultaat van dit bedenksel zonder meer het instituut huwelijk en gezin zijn zoals het nu bestaat. Twee mensen van verschillende kunnen, meestal met nogal uiteenlopende familiaire achtergrond, verschillend opgevoed met uiteenlopende idealen, fantasieën en een ongelijksoortige vitaliteit, beloven elkaar hun leven lang, zo gezegd dag en nacht, bij elkaar te blijven. Geen van beiden mag daarbij verkommeren, de een de ander zijn wil opleggen, beiden moeten zich volledig kunnen ontplooien. Deze imposante belofte wordt vaak en alleen afgelegd op grond van tijdelijke seksuele vervoering. Het is bekend dat de al op elkaars zenuwen gaan werken als ze veertien dagen elkaar op vakantie gaan, de twee huwelijkspartners echter beloven daarentegen hun hele leven, dat wil zeggen 30, 40 50 0f 60 jaar bij elkaar te blijven in een sfeer van grootste lichamelijke, intellectuele en psychische intimiteit en deze belofte geven zij elkaar op jeugdige leeftijd! Een leeftijd waarop ze niet weten wie zij zelf zijn noch wie de ander is, en geen van beiden weten hoe ze zich in toekomst gaan ontwikkelen. Het lijkt een raadsel waarom een respectabele samenleving met verantwoordelijkheidsgevoel niet alleen maar duld maar ronduit stimuleert dat jonge mensen zich zonder enig besef van de psychologische problemen die uit hun beloften voortvloeien, voor hun hele leven kunnen binden. Hoe hoger de levensverwachting, des te grotesker wordt deze situatie. ‘
De onmogelijkheid van al die te vervullen verwachtingen. De beloftes die je doet waarvan je bij God niet weet of je ze waar kunt maken, de spagaat waar je in terecht komt als je niet eventjes ambivalent over je relatie bent maar dat langere tijd blijft. Is het een instrument om ons in toom te houden? Letterlijk geringd en in een herkenbaar ‘kooitje’ ?
Om nog maar niet te spreken over de druk die er nog steeds is van alle verwachtingen van ouders, hopende dat zoon of dochter een ‘geschikte’ partner zal vinden alsof iemand niet volledig is als er niet een partner op het toneel verschijnt, terwijl er zoveel betekenisvolle relaties zijn die iemand aan kan gaan, in eerste instantie met zichzelf, en de vrijheid die het geeft om dit ongestoord te mogen onderzoeken zonder de druk van de samenleving.
Waarom trouwen er zoveel mensen? Of sluiten ingewikkelde samenlevingscontracten af die in feite precies hetzelfde zijn, het institutionaliseren van een band, het commitment, vaak met ring en al, in huwelijks- of samenlevingsvorm, tussen hetero’s of alle andere mogelijke combinaties van mensen, het blijft een feit dat we iets willen bestendigen, zekerheid willen, veiligheid. En dat het nog steeds voor velen een doel lijkt wat men wil bereiken, dat zoeken naar de ideale partner, dat ‘andere stuk van onszelf ‘zonder hetgeen we incompleet lijken te zijn.
Die verwachtingen van het huwelijk zijn trouwens in de tijd nogal aan veranderingen onderhevig geweest .In de adelijke kringen van West Europa was het in de 16e,17e en 18e eeuw heel gewoon als zowel man als vrouw een minaar of minnares namen. Scheiden was niet aan de orde. Het huwelijk was vaak voornamelijk een zakelijke overeenkomst . Huwelijken worden om vele redenen gesloten. Het romantische huwelijk, het gearrangeerde huwelijk, een huwelijk gebaseerd op zuiver lichamelijke aantrekkingskracht of juist op een stevige vriendschap en overeenstemming in normen en waarden, het huwelijk ‘uit liefde’ zoals nu in het westen vaak gesloten wordt is heus geen norm en interessant genoeg ook geen voorwaarde voor een ‘beter’ huwelijk, in alle vormen van huwelijken komen teleurstellingen voor.
Een groot argument voor het huwelijk is nog steeds dat een kind ‘beide ouders nodig heeft’ , maar ook dat is discutabel. Kinderen in Engeland werden opgevoed op kostscholen en door gouvernantes, kinderen die opgevoed worden door twee ouders van hetzelfde geslacht, kinderen die opgroeien in woongroepen, het moet nog maar bewezen worden of die heilige verbintenis man/vrouw nu echt de enige zaligmakende is, bewijzen daarvoor zijn er niet, men kan wel onderzoeken wat voor effect een bepaalde manier van opvoeden op de kinderen heeft en die naast elkaar zetten, dat is buitengewoon interessant. Zo zag ik in de documentaire van Sunny Bergman dat kinderen in Ijsland genderneutraal opgevoed worden, een verfrissend experiment en waarom niet? Guggenbuhl merkt op: Elk opvoedingssysteem heeft zijn voor – en nadelen. ‘Door de bij ons hoog aangeschreven zorgzaamheid van de vader en de moeder tot op volwassen leeftijd ontwikkelen zich gevoelige geëngageerde mensen die er anderzijds toe neigen steeds opnieuw door die akelige wereld te worden teleurgesteld als ze in de gaten krijgen dat niet iedereen zo lief is als ‘pappie en mammie’ . Een nadeel van ons opvoedingssysteem is misschien de narcistische verwekelijking: een voordeel is misschien het grotere persoonlijke vermogen om liefde te schenken’ Hij zegt het ronduit: ‘het beste opvoedingssysteem bestaat niet’.
De volgende keer: wat geeft het huwelijk ons dan wel ? Wat zijn de voordelen? heeft het nut? En we gaan kijken aar Ferdinand Cuvelier en zijn script van het huwelijksdrama.