Waarom doe jij altijd zo moeilijk?

De feestdagen weer achter de rug, halen velen van ons opgelucht adem. Ja, het was gezellig, maar ook véél, intens, en af en toe heb je het idee gehad dat je weer meegezogen werd in een ouderwetse familiedynamiek alsof je ineens 15 jaar oud was. 

Feestdagen zijn synoniem aan gezelligheid, daarbij wordt het storend of lastig gevonden als iemand een afwijkende mening over iets heeft. Doe niet zo lastig, doe nou gewoon eens even gezellig mee waarom ben je toch altijd zo moeilijk?  Consensus en ongeschreven regels bepalen de wet. Degene die iets anders wil is degene die het ‘conflict’ opzoekt en dus schuldig is aan het verstoren van de sfeer. 

Familie, liefdesrelaties of werkverhoudingen, ze verschillen niet eens zoveel van elkaar.

Laten we allereerst eens kijken naar het begrip conflict.

Meestal wordt een conflict gezien als iets negatiefs, iets wat ten kosten van alles vermeden moet worden. Wanneer zich een conflict voordoet, wordt het – vaak met veel machtsvertoon en geweld – onderdrukt. Vaak gaan we daarbij ook op zoek naar een schuldige- die natuurlijk gestraft moet worden. Iemand heeft iets verkeerds gedaan.

Deze gedachtengang zorgt al meteen voor verkramping: we zoeken een schuldige (en je hoopt dan maar dat jij dat niet wordt) er moet een straf volgen, de zondebok wordt geïsoleerd en moet zich schamen.

Dus in plaats van open en eerlijk te bespreken wat je behoeftes zijn, hoed je je ervoor om je mond open te trekken want jíj wilt natuurlijk niet degene zijn die moeilijk doet. De opgekropte energie hiervan vreet aan je en je bent doodmoe. Er lijkt geen goede oplossing mogelijk: of je past je aan en loopt energetisch leeg, of je spreekt je uit en krijgt de.. Piet .

Hoe kunnen we nu de kool en de geit sparen? 

Allereerst is het belangrijk dat iedereen gelijkwaardig is en dat dus ook elke mening bestaansrecht heeft. Dat wil zeggen dat een kind van 18 ook zijn of haar wensen en gedachten uit mag spreken en gehoord mag worden zonder dat iemand meteen een mening over zo een wens heeft. Laat iedereen zijn kaarten maar eens op tafel leggen, inventariseren. Als vader of moeder altijd de baas is ‘omdat we het altijd al zo gedaan hebben’ en iedereen zich daaraan moet onderwerpen zitten we in een machtsverhouding.

Dat wil niet zeggen dat de traditie om dingen op een bepaalde manier te doen meteen overboord gegooid moet worden omdat een iemand van de groep eens iets anders zou willen.

Het gaat erom dat het uitgesproken mag worden, en dat eenieder een duidelijk verzoek kan en mag doen over wat voor hem of haar werkt. 

Dan kun je alsnog met z’n allen besluiten om de traditie te volgen, puur omdat je het de ouderen gunt, of omdat je je er wel overheen wilt zetten voor die ene dag per jaar, maar dan doe je iets op vrijwillige basis, en voel jij je ook gehoord. Je geeft eigenlijk de ander een cadeau, en als dat ook zo gezien en ontvangen wordt krijgt het meerwaarde, zeker veel meer waarde dan een afgedwongen consensus. Belangrijk is het, om te onthouden dat iedereen in een conflict de behoefte heeft om gehoord en begrepen te worden.

Als je de gemoederen probeert te sussen, dingen roept als : ‘jongens laten we geen ruzie maken, dan duw je een bal onder water die er op een bepaald moment – en dan in een verwrongen vorm – weer boven uitschiet, dan wordt er geschreeuwd gehuild, voelen mensen zich persoonlijk aangevallen en zijn de poppen aan het dansen.’